Bijlage IX

behorend bij artikel 6.6

Eindtermen ten aanzien van de afgifte van een certificaat duikarbeid

Bij de duikopleiding voor de categorie duikarbeid waartoe de cursist wordt opgeleid worden in elk geval de volgende leerdoelstellingen onderscheiden en onderwezen:

Duikarbeid categorie A

-         elementaire natuurkunde, fysiologie, en kennis van duikerziekten en de daaraan verbonden EHBO-procedures;

-         werking en onderhoud van, en duiken met diverse SCUBA-apparatuur volgens het navolgende schema:

·        op een diepte tot 20 meter: ten minste 700 minuten inwatertijd waarvan ten minste 300 minuten op een diepte tussen 10 en 20 meter, en

·        op een diepte van 20 meter of meer: ten minste 200 minuten inwatertijd met ten minste een duik tot op een diepte van meer dan 28 meter;

-         decompressiemethoden;

-         theorie met betrekking tot onderwatertechniek en -veiligheid;

-         bijzondere gevaren onder water en veiligheidsprocedures;

-         zeemanschap bestaande uit: nautische theorie en elementaire meteorologie;

-         onderwatercommunicatie en -navigatie;

-         schiemanswerk en tuigage (rigging);

-         inspectie en rapportage;

-         zoek- en werkmethoden;

-         gebruik van de hefballon (lifting);

-         relevante wet- en regelgeving.

Duikarbeid categorie B

-         De vaardigheden genoemd bij categorie A, uitgebreid met voor het gebruik van luchtvoorziening van de oppervlakte relevante theorie alsmede werking en onderhoud van, en duiken met diverse duikapparatuur met luchtvoorziening van de oppervlakte (SSE), zodanig dat de duikminuten van categorie A en B tezamen ten minste de volgende tijd bedragen:

·        op een diepte tot 20 meter: ten minste 1600 minuten inwatertijd waarvan ten minste 400 minuten tussen 10 en 20 meter,

·        op een diepte tussen 20 en 40 meter: ten minste 250 minuten inwatertijd waarvan ten minste 100 minuten op een diepte tussen 30 en 40 meter in ten minste acht duiken met een bodemtijd van ten minste 10 minuten per duik, en

·        op een diepte tussen 40 en 50 meter: ten minste 150 minuten waarvan ten minste drie duiken in open water en met een totale bodemtijd van ten minste 75 minuten;

-         decompressiemethoden, inclusief werking en bediening van de decompressietank;

-         meer uitgebreide kennis van schiemanswerk en tuigage (rigging);

-         werken met de videocamera;

-         theorie en gebruik van mechanisch, hydraulisch en elektrisch onderwatergereedschap;

-         duiken uit de natte duikklok en daarbij optreden als duiker en bellman met de daarbij behorende noodprocedures;

-         theorie met betrekking tot dynamische positioneringssystemen;

-         theorie en gebruik van het heetwaterpak;

-         relevante wet- en regelgeving.

Duikarbeid categorie C

Voor de opleiding van deze categorie duikarbeid geldt als minimale vooropleidingseis ten minste één jaar in het bezit zijn van een duikcertificaat categorie B alsmede ten minste 50 uren duikarbeid hebben verricht van deze categorie.

Daarnaast worden de volgende leerdoelstellingen onderscheiden en onderwezen:

-         natuurkunde, fysiologie en kennis van duikerziekten met de daaraan verbonden EHBO-procedures voor mengselgasduiken;

-         theorie met betrekking tot decompressietank (gassystemen, gasbewaking, brandbestrijding, sanitaire systemen, communicatie en noodprocedures);

-         het bedienen van een decompressietank en het uitvoeren van alle hiervoor noodzakelijke procedures;

-         werken als lid van de oppervlakte- en de duikploeg bij zowel bounce- als verzadigingsduiken;

-         het uitvoeren als duiker en bellman van procedures voor in- en uitsluizen (lock-out) en vervoer onder druk (transport under pressure (TUP)) volgens het vereiste programma;

-         het uitvoeren van ten minste drie bounceduiken met de duikklok tot respectievelijk 55, 75 en 100 meter;

-         het uitvoeren van ten minste één saturatieduik;

-         theorie met betrekking tot de duikklok (gassystemen, scrubbers, verwarming, communicatie en het ballasten);

-         het bedienen van de droge duikklok inclusief het uitvoeren van de noodzakelijke controles en noodprocedures;

-         theorie met betrekking tot gasterugwinningssystemen en overlevingsapparatuur;

-         relevante wet- en regelgeving.

A.   Eindtermen ten aanzien van de afgifte van een certificaat duikmedische begeleiding

De volgende leerdoelstellingen worden onderscheiden en onderwezen:

-         specifieke medische risico's met betrekking tot het duiken;

-         natuurkundige aspecten;

-         anatomie en fysiologie;

-         pathologie;

-         diagnostiek;

-         behandeling (decompressieziekten en longembolie);

-         preventie;

-         benodigde minimum praktijkervaring.